Mahakala-Chenrezig
Chenrezig
Tchenrezig is de bodhisattva van liefde en mededogen. (Sanskriet: Avalokiteshvara). Een bodhisattva is een wezen dat de verlichting heeft bereikt en zich voorneemt om toch telkens weer naar Samsara terug te keren om anderen te helpen zichzelf te bevrijden. Hun mededogen strekt zich uit naar alle levende wezens zonder onderscheid: vrienden, bekenden, onbekenden of vijanden.
Tchenrezig verschijnt onder verschillende vormen: In de tempel bevindt zich links van het grote boedddhabeeld het beeld van Tchenrezig. Hij wordt er voorgesteld met vier armen. Die staan symbool voor de vier onmetelijke kwaliteiten waar elke boeddhist naar streeft: grenzeloze liefde, grenzeloze vreugde, grenzeloos mededogen en grenzeloze gelijkmoedigheid. Soms wordt Tchenrezig afgebeeld met duizend armen en elf gezichten. Aan zijn spirituele vader Amitabha beloofde hij dat hij zich onophoudelijk zou inzetten voor de bevrijding van alle levende wezens en dat hij niet zou rusten tot alle wezens uit hun lijden waren verlost.
Mocht hij ooit aan zijn missie twijfelen, ‘moge mijn hoofd dan in elf en mijn lichaam in duizend stukken splijten.’ Toen hij na diepe meditatie en het eindeloos reciteren van de mani mantra zag dat de oceaan van lijden nog steeds niet was opgedroogd, verviel hij in diepe wanhoop en brak zijn hoofd in elf, zijn lichaam in duizend stukken. De elf gezichten zoeken in alle bestaanswerelden van samsara sporen van lijden, de duizend armen staan voor de wil en de mogelijkheid om talloze levende wezens te helpen.
De poedja van Tchenrezig helpt ons om liefdevolle vriendelijkheid en mededogen te ontwikkelen voor alle levende wezens zonder onderscheid. Deze poedja wordt wekelijks in al onze centra uitgevoerd en dagelijks in Yeunten Ling. De zes – lettergrepige mantra OM MANI PEMA HOENG is de meest bekende uit het Tibetaans boeddhisme.
Mahakala
Mahakala is de toornige emanatie van Tchenrezig, de Boddhisattva van mededogen. De toornige godheden illustreren de kracht en de levendigheid van het mededogen van de Boeddha’s. De zesarmige Mahakala is één van de meest voorkomende figuren. Hij beschermt de Dharma en de centra waar het onderricht en de rituelen plaatsvinden tegen negatieve invloeden en vijandige krachten. Hij beschermt de beoefenaar tegen angst, negatieve invloeden en mentale duisternis.
Mahakala verschijnt in het midden van een vlammenzee waar geen enkele vijand weet door te komen. Hij hanteert een vlijmscherpe zeis die dwars door onze negatieve gewoontepatronen heen snijdt. Geen enkele storende emotie ontkomt er aan. Onverschrokken worden ze allen door Mahakala met wortel en tak uitgeroeid zodat alle levende wezens eindelijk vrij zijn. Dankzij de dagelijkse beoefening van deze praktijk heeft onze mandala een sterke connectie opgebouwd met deze godheid. In het Tibetaans boeddhisme is het de gewoonte om op het einde van elke jaar een langere Mahakala retraite te houden teneinde de hele gemeenschap van negativiteit te zuiveren.